woensdag 19 juli 2017

TROUW MAMS EN PAPS 12/2/1949

Trouw Mams & Paps 12 februari 1949

De trouwdatum voor ons naderde, maar daar kwam plots verandering in want mijn zus Nelly was in verwachting en wilde voorgaan.  We stelden voor om op dezelfde dag te trouwen maar dat wilde ze niet want ze wilde 2 maal nieuwe kleren, maar daar was geen geld voor, dus die trouwden een maand later.
Zo doende moesten wij een andere getuige zoeken en in die tijd moest men nog op zaterdag werken.  Niet iedereen was bereid om die dag te verliezen, want dat werd niet vergoed door de baas.
Lang moesten wij niet zoeken voor een getuige want het werd een goede huisvriend, Albert.
Dus deze zorgen waren voorbij en het leven ging zijn gewone gangetje.
De trouwdatum was 12 februari 1949.
Mijn toekomstige schoonvader die bij zijn vriendin woonde, wou die dag naar huis komen om Juliette uit te huwelijken, maar aangezien hij op 31 januari de bak was ingevlogen voor een straf omdat hij 2j geleden een paard had doodgereden van een brouwerij Pied Beuf.  Dus alle papieren moesten langs de notaris en via de Begijnenstraat waar het gevang bevestigd was.  Gelukkig bleef de trouwdatum hetzelfde.
De trouwdatum kwam naderbij en 2 kamers waren al ingericht met de zelf gemaakte meubeltjes.  Voor gordijnen hadden we geen geld dus hingen we maar lakens voor het raam.
De dag van de trouw was het mooi weer al goed want we hadden geen geld voor auto's maar daarom niet getreurd.  Ik stond in het nieuw, Juliette had een mooie jas, 2de hands, en de jurk van haar grootmoeder versmald en verkort, de hoed was een huwelijkscadeau van een tante.
's Morgens vroeg opgestaan en mij klaargemaakt om te trouwen.  Als het tijd was vertrokken ik met mijn ouders langs mijn toekomstige bruid, daar aangekomen stond ze al klaar met haar moeder, broer en getuige Albert.  Charles zijn vriendin kon niet komen uit Maaseik.
We waren compleet en in groep wandelden we via de Lakborslei naar het gemeentehuis.  Op het gemeentehuis ging alles volgens het boekje maar we waren toch nog wat ongerust, want de papieren van de Begijnenstraat waren nog niet toegekomen volgens telefonisch bericht, maar men had wel gezegd dat we mochten komen aangezien het met de ochtendpost onderweg zou zijn.  En inderdaad alles was op het laatste nippertje in orde en de trouw werd voltrokken (zonder bloemen) Juliette moest nog wel heel wat papieren ondertekend die haar vader in de Begijnenstraat al had getekend.  Na de trouw gingen we terug naar huis, daar stonden buiten wat vrienden en kennissen en mijn oudste zus had voor de koffie gezorgd.
De rosse pier van de winkel bracht ons 's middags met zijn auto, een minerva, naar de fotograaf.  Daar kreeg Juliette haar eerste bloemen, maar het was maar voor de foto, en de bloemen vlogen terug in de kist.
Het avondmaal was bij Juliette haar moeder;  Voor ons was het een gewone zaterdag alleen waren we nu getrouwd.  Van vrienden en kennissen van ons werk hadden we wat cadeautjes gekregen en daar waren we heel blij mee want de mensen hadden die tijd ook nog niet veel.  Wat men geeft is wat men heeft en waard dat hij leeft.  We hadden alles in dank aanvaard.  Na een koude nacht (we hadden maar één deken) hebben we een overjas en een trouwjas over ons gelegd en voor de rest verwarmden we onszelf op.  We hadden wel een kachel maar die moesten we elke morgen opnieuw worden aangestoken.  In die tijd heb ik veel hout gekapt.  s' Anderendaags hadden we al een eerste uitstap, naar haar vader in de Begijnenstraat, trouwboek meegenomen om die aan haar vader te laten zien.  En al goed want anders hadden we niet binnen gemogen, gelukkig telde de trouwboek.
Eens in het gebouw was het een eindje lopen gang in deurtje open, gang in deurtje toe en kwamen in een zaal waar alle gevangenen al aan tafel zaten.  Er werd gefloten op een fluitje en we mochten elkaar begroeten, men floot nog eens en we moesten gaan zitten.  Mijn schoonvader vroeg om lucifers en daar heb ik hem onder het toeziend oog van een cipier een paar kunnen toesteken.  Mijn schoonvader stak deze tussen zijn haar.  Als het bezoek voorbij was weer dezelfde ceremonie met het fluitje.  Opstaan, begroeten en weg.  Bezoek was om en eerst moesten de gevangen de zaal uit.  Die werden volledig afgetast en tot zolang moesten we wachten om te vertrekken.


Oorlog 1940 - 1944 Deel 2

Oorlog 1944 Deel 2 

In november 1944 ging in in het leger omdat het thuis niet lekker liep, mijn vader en schoonvader pisten allebei naast de pot.  Het eerste verblijf bij het leger was in Vrasene, daar kreeg ik de eerste opleiding.  Ook onze relatie hebben we toen verbroken, bloemetjes plukken was dus gedaan.  We waren langs beide kanten kind aan huis, zo hadden we onze vrijheid maar bleven we vrienden.  Heel mijn diensttijd was eigenlijk een verhuis.  Van Vrasene verhuisden we naar Wemeldingen daar verbleven we ook een paar weken en moesten we aan de haveningang (sas) dieptebommen gooien om te beletten dat de Duitsers met éénmansduikboten het sas zouden vernietigen.  Na een tijd liep ik schurft op en werd ik naar het ziekenhuis gebracht in Duffel.  Schurft was de ziekte van de tijd en ik heb er nog altijd littekens van.  Als we s'avonds elkaar begroeten zeiden we altijd wel te rusten veel "joekel" en een kort armpje.  Mijn zus en Juliette kwamen me daar bezoeken en ik weet nog altijd niet of het voor mij was of voor de sigaretten.  Ik was een wandelende patiënt en als ik even later terugkwam lagen er bijna altijd sigaretten op mijn bed.  Dat kwam dan van het Rode Kruis van Canada, Engeland of Amerika.  
In Duffel kwam ik ook nog vrienden tegen van ons compagnie tegen, die waren in het naar huis rijden verongelukt (verlof).  Het waren de eerste jongens die al jaren van huisheren

Na Duffel ging ik naar het Maria ziekenhuis van Antwerpen.
In Antwerpen daar weet ik niet meer hoe lang ik was.  In het ziekenhuis heb ik nog een Engelse soldaat leren kennen en aangezien we wandelende patiënten waren mochten we buiten en aangezien de avondklok was afgeschaft konden we langer buiten blijven.  In het ziekenhuis waren we wel gebonden aan bepaalde uren, en op een keer waren we te laat terug dus kropen we over het hek, maar de bewaking betrapte ons en vlogen in den bak.  Toen ik 's morgens wakker werd lag alles wat ik in het ziekenhuis had naast mijn bed en op mijn stoel.  Dit was wel het gevolg van de bevrijdingsfeesten in Antwerpen.  Ook kwam ik met de Engelse soldaat naar huis en heb hem leren kennismaken met Antwerpen.  Wij waren wel speciaal en opvallend gekleed, blauw kostuum en wit hemd met rode stropdas.  We kregen ook nog een uitbrander van een officier maar het viel allemaal wel mee.  Toen ik ontslagen werd uit het ziekenhuis brachten ze mij naar Breda.  Op die kazerne daar wisten ze niet waar mijn legereenheid was.  Een paar dagen later had het leger deze gevonden, het was van Wemeldingen verhuist naar Coevorden ergens langs de Duitse grens, van boven in Nederland.  Daar moesten we bewaking lopen langs de grens, ons eindpunt was een Duitse boerderij, daar kregen we wel wat drinken.  Wat me bijgebleven is is dat op de kast foto's stonden van Duitse soldaten die gesneuveld waren (hun kinderen en familie)  Het heette daar Schoonhoven (Schoonebeek blijkt dit te zijn!) , als ik het me nog goed voor heb.  Later verhuisden we weer naar Mönchengladbach, daar bewaakte we een krijgsgevangenenkamp met duizenden Duitse soldaten. 
Hoe lang we dat gevangenenkamp bewaakten weet ik niet meer maar op zekere dag was het mijn toer om naar huis te gaan en met Piet Van Leeuwen gingen we in verlof naar den Haag waar Piet Van Leeuwen vandaan kwam.
Toen we in Den Haag aankwamen was Piet zijn vrouw naar de cinema maar de buren en familie zijn die gauw gaan opzoeken.   Het was wel een emotioneel weerzien want Piet had altijd in Frankrijk gewerkt en was al die jaren van huis.  Na verloop van tijd moesten we gaan eten en ze schepten een bord vol rode kool op die niet te overzien was.  Piet en ik zagen elkaar aan want eigenlijk hadden geen honger.  Heel de kamer stond vol volk met een hoop kinderen erbij en met heel veel ongeloof dat wij dat niet wilden opeten, uit beleefdheid hebben we dan toch maar een hapje genomen en de rest ging allemaal naar de kinderen die er dolblij mee waren.
Na verloop van tijd moest ik zien dat ik Loosduinen terecht kwam. Daar werd voor gezorgd en men trommelde iemand op die mij met de motor wou brengen.  Piet en ik hadden er wel voor gezorgd dat we een volle ransel met eten, tabak en sigaretten en spek bij hadden.  Ook busjes eten.  Om dat een tante er het dichts bijwoonde  liet ik me daar in Loosduinen afzetten en betaalde de man met de motor met een pakje sigaretten en die was dolblij.  Geld had ik wel maar dat was legergeld en daar hadden die mensen niets aan.  Mijn tante en oom waren wel blij met mijn komst, maar ik had dan ook van alles bij en de tabak en sigaretten verkocht ze later in de winkel.  De tabak voor mijn opa ging er ook mee door en al hetgeen van waarde was was ik kwijt.
Nederland was ook bevrijd uiteraard en heb dan ook nog de feestvreugde meegevierd.  Ik had getekend voor 3 maanden na de oorlog, dus ging ik naar huis naar mijn eenheid.  Na nog een paar maanden zat mijn dienst erop.  Moet nog even vermelden dat ik op een keer in verlof ging en aan de railey brug stonden (vermoedelijk de Rijn) en we stonden daar meer dan 4 uur omdat er eerst honderden tanks over de brug moesten richting het oostfront 

Nederland was ook bevrijd uiteraard en heb dan ook nog de feestvreugde meegemaakt met heel veel vlaggen en oranjeversieringen en er werd volop gedanst op straat.

Mijn schoonvader was intussen sergeant.  Charles had toen ook een vriend, dat was Dries.  Hij nam die toen mee naar Antwerpen.  Later kwam hij ook met zijn vrouw Marie en zodoende werden wij vrienden, eigenlijk werd het meer familie.  Mijn schoonvader zag ik niet veel die woonde bij zijn lief, Juliette en ik gingen hem wel eens bezoeken.
Charles kwam eens langs met de auto en een paar soldaten en zei dat hij naar Den Haag reed.  Mijn zus Nel en Juliette mochten meerijden als ze wilden, gauw wat kleren gepakt en reden mee.  
Eens over de grens was er controle en we mochten niet verder mee, doch we besloten toch verder te gaan en het avontuur verder te zetten.  Dat ging goed tot Nijmegen maar bij een controle mochten we niet verder en vlogen we de cel in maar we waren niet alleen en hebben ons niet verveeld.  Daar hebben we 3  dagen verbleven.  We kregen wel af en toe een verhoor over wie en waar we vandaan kwamen en ook over onze ouders, over mijn vader die sergeant was over mijn broer en over mij en waar ik gelegerd was.  Na 3 dagen hebben ze ons weggebracht naar Breda en daar vlogen we opnieuw de cel in bij een vrouw die er al zat.  We hadden er wel veel lol met de agenten en verveelden ons niet.  Na 2 dagen mochten we naar huis en brachten ze ons naar de Belgische grens.  Met 2 de tram op en naar huis.  Onze ouders dachten dat we aan zee zaten en wisten niet dat we in het gevang hadden gezeten.  Voor mij en mijn schoonzus was het een plezante ervaring.  Vanaf nu is de opbouw begonnen en alle lichten gingen weer aan en de avondklok was afgelopen alleen de rantsoenering bleef eten en kolen was nog aan de magere kant.


dinsdag 11 juli 2017

1944 - Periode na de bevrijding

1944 - Periode na de bevrijding

3 maanden na de oorlog ging ik terug naar huis want mijn diensttijd zat er op.  Ik kreeg ook nogal wat kleren mee want thuis had ik ook niets meer.  Terug thuis opnieuw de grote vriendenkring weer opgezocht in "de welkom" (café).  Intussen hadden mijn zussen Bep en Nel nieuwe vriendjes.  November besloot ik mijn oude liefde terug op te vissen.  Het leven nam hier stilaan zijn gewone gang.  In alle café's is het weer volop leven en bijna alle café's hadden een 2 of 3 mans orkestje.  Dus elke week plezier verzekerd. Dries ging ook weer naar huis maar we bleven wel contact houden want het waren trouwe vrienden.
De opbouw in het land was begonnen.  Mijn broer werkte in een fabriek waar men kipwagens maakte.  Daar ben ik dan begonnen als metaaldraaier.  De tijd nam zijn gewone gangetje met alle feestelijkheden erbij.  In die tijd konden we een tandem kopen via mijn schoonvader en dat was schoon gerief, en zo gingen we in de weekends naar de kermiskoersen en dat was een heel leuke tijd.  Mijn zus Bep had te veel "pap" gekregen van Charles, dus trouwpartij in het zicht en op 31 jan 1947 trouwden zij.  Het was een gewone dag want voor trouwfeesten was geen geld.  Paar weken later werd het kindje te vroeg geboren in Bartelomeus ziekenhuis, het woog 1,2 kg.  In het ziekenhuis was geen couveuse en ook geen ambulance om het kindje te vervoeren, dus vroegen ze aan ons om het kindje mee weg te brengen.  Met de taxi reden we naar Vinkenstraat en daar heeft het kindje nog 3 dagen geleefd.  Zijn naam was PIETER!.
Het leven gaat verder.  Marie was in die periode ook in verwachting en kwam zelf naar België om een kinderwagen te kopen.  Ze waren hier mooier en voordeliger.  Jammer genoeg is het kindje dood geboren het woog te zwaar.  Maar ja toen waren het wel andere tijden.  Ze is nadien nooit meer zwanger geraakt.  Mijn zus An kreeg ook verkering met de broer van Charles, Cois.
Juliette haar broer was ook thuisgekomen en is in de transportsector gaan werken.  Hij kwam ook al eens met de camion naar huis.  We vierden er wel eens een nieuwjaar mee, met zijn allen in de laadbak.  Broer Charles was in die tijd met zijn meisje uit Maaseik, Christine.
Het was een koude winter en moesten wel zorgen voor kolen en hout en dat was altijd niet gemakkelijk.  Op café kwam iemand en die had eikenhout te koop en omdat er een kast bij ons stond van de directeur van het verffabriek hebben we die met dat hout nagemaakt.  Later ook nog een slaapkamer.  Dit alles met de hulp van mijn vader, die zorgde voor lijm en verf en alles werd gemaakt in de verffabriek op de 2de verdieping want daar was plaats genoeg.  Het resultaat was een keukenkast (die staat nog steeds op zolder), een gaskastje met deksel er op om dit alles onzichtbaar te maken.  Ook nog een sierkastje met glas, dit alles bedoeld voor de keuken.  Daarna maakte we de slaapkamer, een kleerkast met 5 deuren en een zeer breed bed met 2 nachttafels.  De lavabo hebben we nooit afgemaakt want we hadden maar 2 plaatsjes om te wassen.  De woningen waren heel schaars en zoiets werd een "kwartiertje" genoemd.  De matras en ressort kochten we op afbetaling, dus alles was in orde om te starten.  
In die periode was er een klant op café die een chocolaterie had in Merksem en daar kon Juliette en An gaan werken, dus alle dagen met de tandem naar Merksem.
Alles klaar om .... te trouwen dus, maar eerst dit aan onze ouders verteld dat we wilden trouwen in Februari.  We konden een gedeelte huren van het gebouw waar we woonden.  De directeur zou dat regelen.  Mijn schoonvader woonde nog bij zijn vriendin en beloofde aanwezig te zijn op de trouw.  Op het werk van Juliette was het een plezierige tijd en daar leerde zij Betty kennen, later ook haar man René en die werden vrienden voor het leven.